Taalontwikkelingsstoornissen

Taalontwikkelingsstoornissen Er is sprake van een taalontwikkelingsstoornis (TOS) wanneer een kind op taalgebied beduidend achterblijft of de taalontwikkeling een gestoord verloop kent ten opzichte van leeftijdsgenootjes. Bij een vertraagde taalontwikkeling is er een achterstand voor begrijpen en spreken. Bij een gestoorde taalontwikkeling is er geen samenhangend beeld, vb. begrijpen is veel beter dan spreken. Binnen taalbegrip kunnen er moeilijkheden zijn met:
-
begrijpen van gebaren
-
aanwijzen van voorwerpen en prenten
-
uitvoeren van opdrachten
-
vragen beantwoorden
-
gepast reageren tijdens een gesprek
Problemen in het spreken kunnen zich uiten op drie domeinen:
-
taalvorm: korte en onjuiste zinnen, moeite met woordvorming
-
taalinhoud: beperkte woordenschat, woordvindingsproblemen
-
taalgebruik: beurtnemen in een gesprek, oogcontact, verhalen vertellen, bij het onderwerp blijven, rekening houden met voorkennis van de gesprekspartner

Vanuit een taalontwikkelingsstoornis kunnen later leerstoornissen of sociaal-emotionele problemen ontstaan. Bij een kind dat meertalig wordt opgevoed zal de TOS zich in de verschillende talen voordoen. Als de taalstoornis hardnekkig is, spreekt men ook van dysfasie. De logopedist zal aan de hand van tests en een gesprek met de ouders het talige niveau van het kind in kaart brengen. Therapie kan bestaan uit indirecte therapie waarbij de ouders geïnformeerd worden over hoe zij de taalontwikkeling kunnen stimuleren. In de directe therapie werkt de logopedist met het kind. Hierbij wordt gebruik gemaakt van aangepaste therapieprogramma’s. Ouders, gezinsleden, leerkrachten,… worden betrokken bij de behandeling.
Bron : VVL-infobrochure