Stotteren

Stotteren Stotteren is een spraakstoornis waarbij zich onvrijwillige onderbrekingen voordoen in de spraakbewegingen. Er is een onderbreking binnen het woord. We onderscheiden drie vormen:
-
verlengingen vb. ffffiets, ssssoep, zzzzon aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa
-
herhalingen vb. i-i-i-ik, a-a-appel, o-o-op
-
blokkeringen vb. k – aas, b – al, t – ien
Bovendien gaan stottermomenten dikwijls gepaard met spanning en bijbewegingen. We kunnen deze onderverdelen in vier categorieën:
-
duwgedragingen vb. zichtbare spanning in het gelaat, kaaktrekken, oogbewegingen, met handen tikken
-
vermijdingsgedragingen vb. minder zeggen, synoniemen gebruiken, aanwijzen
-
startgedragingen vb. lucht happen, klank voor een woord plaatsen (jik ipv ik)
-
uitstelgedragingen vb. stopwoorden, herbeginnen (de doos is de doos is de doos is blauw)

Stotteren kan genetisch bepaald zijn en door uitlokkende factoren (emoties, vermoeidheid, groeispurt, complexiteit van de taal of articulatie) tot uiting komen. Stotteren treft 3 op de 100 kinderen tussen twee en zes jaar. Doorgaans ontstaat het rond 3-jarige leeftijd. Een natuurlijk herstel bij deze zeer jonge kinderen is mogelijk dankzij maatregelen die ouders in samenspraak met de stottertherapeute nemen. Bij anderen bestaat de kans dat het stotteren zich op een negatieve manier verder ontwikkelt en zal een sociaal-cognitieve gedragstherapie kunnen helpen. Deze sociaal cognitieve gedragstherapie bestaat uit het beïnvloeden van cognities, emoties en vaardigheden die met spreken te maken hebben. De behandeling is wetenschappelijk onderbouwd en is gericht op kleuters, kinderen, tieners en volwassenen. Gelijktijdig met stottertherapie wordt voor de ouders van stotterende kleuters en kinderen ook een ouderbegeleiding georganiseerd. Tijdens deze ouderbegeleiding komen theoretische inzichten en praktische tips over stotteren aan bod. De combinatie van stottertherapie en ouderbegeleiding heeft het beste resultaat.
Bron : VVL-infobrochure